Nieuws
Waterellende in de Westhoek: maak water en bodem sturend
De Westhoek vandaag: boeren zien hun bieten of aardappelen rotten en andere bewoners moeten
op de vlucht voor het wellende water. “Kom nu niet naar de Westhoek”. Net een maand na het
opheffen van het laatste verbod om water te onttrekken uit een kwetsbare beek, volgde het
regenseizoen. Vanuit alle hoeken van het Ijzerbekken stroomde het water samen naar de
Ijzerbroeken en meersen die natuur en landbouw hiervoor al eeuwen hebben voorzien. Maar dit is
duidelijk niet voldoende.
Na het water komen de reflecties, gevolgd door studies waaruit een aantal ‘haalbare en betaalbare’
maatregelen worden gefilterd die vervolgens projectmatig worden uitgevoerd in het landschap. We
hebben het landschap mismeesterd, we weten dat het anders moet, maar durven niet door te
pakken. Net als onze Franse buren.
Alles intensiveert
Sinds de jaren ’50 verdween 75% van de Vlaamse wetlands, dat zijn natte weilanden, moerassen en
veengebieden. De restanten van het uitgestrekte wetland dat de Westhoek was, zijn de nu
overbevraagde IJzerbroeken en Handzamevallei, maar ook de laatste poldergraslanden. Deze
gebieden waren het grote wachtbekken voor het IJzerwater, wachtend op laagtij om naar de zee af
te vloeien.
Sneller dan ooit stroomt het water nu naar deze gebieden. De regen is niet zo uitzonderlijk, maar
door ontginnen van het landschap, verdwenen kleine poelen, broekbosjes, greppels en meanderende
beken. Dat deze regio ook deel uitmaakt van de ‘Potato Belt’ én onderdeel is van het
toeleveringsgebied van de groentenindustrie, zorgt voor een bijkomende intensivering van het
ruimtegebruik: in plaats van overstroombare weiden kwamen de aardappelvelden. Dit, bovenop de
ijver om nieuwe gronden aan te snijden voor industrie en wonen: elke centimeter heeft economisch
nut, hier in de Vlaanders.
Klimaat
Stilaan wordt het achterland van de kust van cruciaal belang voor water. Haastig aangevoerde
pompen voeren het IJzerwater nu over de Ganzenpootsluizen, zowel om de binnenlandse
overschotten af te voeren, als om het water van de zee te beletten het binnenland onder water te
zetten. Met de zeespiegelstijging wordt het steeds moeilijker om het water van de IJzer af te voeren
naar de Noordzee. En met de langere perioden van meer regenval, raken de resterende buffers
sneller verzadigd. Het wordt er niet beter op.
Tyranny of the small decisions
Naast het feit dat voor heel wat handelingen geen vergunning nodig is (bv beperkte verhardingen,
beperkt ophogen van akkers, drainage, …), zorgen ook vergunningen zelf voor een som van kleine
beslissingen met gezamenlijk groot effect.
Dat laatste hoeft daarom niet in eerste orde te zijn: met elke uitbreiding van een aardappel- of
groenteverwerker, groeit de druk op het watersysteem in de Westhoek. Niet alleen de hoeveelheden
water (droogte en overschot), maar ook de waterkwaliteit lijdt onder de cumulatieve druk van deze
teelten.
Uiteraard zijn er ook andere dynamieken, zoals de snelheid waarmee de regio haar open gebied
verhardt, het gebrek aan natuur om water te bergen, de traagheid waarmee waterlopen hersteld
worden naar hun oorspronkelijke bedding, enzovoort.
Het watersysteem moet sturend zijn voor het beleid. Maar toch blijven we veelal hangen in het
benedenstrooms maken van putten en dijken om het probleem in te dammen.
Bufferbekkens en dijken!
Met de dijken beschermen we woningen in overstromingsgebied en voeren we het water sneller af
naar nieuwe overstromingsgebieden, met andere woningen. Bufferbekkens moeten deze
woonkernen op hun beurt beschermen. Die bekkens zijn niet alleen heel zichtbare maatregelen
tegen overlast, maar vormen ook een waterspaarpot voor de intensieve teelten tijdens de droge
zomers. Voor heel wat teelten hangt de landbouw aan het infuus van deze bekkens. En je kan het
hen niet kwalijk nemen: dure gronden vergen teelten met hoge winst. Maar wat als het water op is?
En wat met de slechte waterkwaliteit, die veelal het gevolg is van de risico’s op uitspoeling van
nitraten die aan deze teelten verbonden is? En veel intensieve teelten, maakt heel vuil water. Ook in
de Westhoek. Wie kan er zich trouwens vandaag nog inbeelden dat drie maanden terug de
drinkwaterproductie in de regio onder druk stond? Alles hangt samen.
Milieugebruiksruimte voorop
Steeds meer merken we de verwevenheid op van onze ruimtelijke impact op landschap, natuur,
milieu en klimaat, maar plaatsen we de laatste pas achterop in het vergunningsproces. Niet de weg
naar het bereiken van een nieuw evenwicht komt voorop te staan, wel het minimaliseren van de
negatieve effecten.
Maar we moeten naar een herstel van het systeem. Niet alleen door vrijwillige projecten, maar door
de grote uitdagingen op vandaag te verbinden in oplossingen. Door te bepalen waar er nog
milieugebruiksruimte is en waar die overschreden wordt, kan het beleid sturen richting het nieuwe
evenwicht. Om dat te bereiken, moeten we af van het gefragmenteerde beleid waarbij het
Gewestplan sturend is en moeten we evolueren naar de integratie van doelen voor bijvoorbeeld
natuur, water, landbouw, economie, wonen, landschap per deelgebied en binnen het Vlaamse
beleid. Enkel zo zullen beleidsintenties effectief landen in resultaten ter plaatse. En als ook onze
Franse buren deze visie delen, dan kan de mooie Westhoek ook in de toekomst toeristen blijven
ontvangen.